Bewegwijzerig
Het pad rook naar pasgewassen haren. Door al het groen dat voor mijn ogen danste en de paardenbloemen die ter plekke uit de grond leken te schieten, realiseerde ik me dat de bezoekers in de zomer de paadjes naar de gedichten amper zouden kunnen vinden. Hoe kon ik ze de weg wijzen, zonder betuttelend te zijn? Opnieuw dacht ik aan doek. Wikkelde in repen gescheurd poetskatoen om bomen en bond het vast met sisaltouw (ik zal zwijgen over dat ik ondertussen door twee pubers met datzelfde touw aan de boom werd gewikkeld). Ik maakte foto's van de proefopstelling en zou later besluiten of dit de oplossing was. Nope. Ook de poetskatoenen 'wegwijsoplossing' leek een te nadrukkelijke aanwezigheid waaronder het pad zou bezwijken. Diezelfde dag moest de tekst voor het bordje echter bij het kunstwerk ingeleverd worden. Niet lang nadat ik de tekst over 'ingewikkelde' bomen aan de pr-groep van 14 Karaats verstuurde, keurde ik het 'ingewikkelde bomen idee' af.
Maar wat dan wel? Paaltjes in de grond met pijlen eraan? Ik wilde graag de tekst 'gedicht' met een soldeerbout in het hout branden, maar dat bleek te lastig. Met een stift op hout schrijven? Kan. Maar die sfeer past niet bij mijn pad. Ik dacht: waarom zou er tekst op de bordjes moeten staan?!
Geen idee waarom dit proces van keuzes maken over simpele bewegwijzering stroperig verliep. Misschien verloopt het proces zo. Of voelde het ongemakkelijker omdat ik voor het eerst in dit leven neerslachtigheid voelde. Of ligt het antwoord in het feit dat ik niet gewend was poëtische installaties te maken. In mijn atelier zie ik direct resultaat en kan ik direct bijsturen. Voor het pad moest ik alles in mijn hoofd uitdenken en dan een proefopstelling maken. Gelukkig was 14 Karaats een team, mocht je soms iemand aanschieten en terugkoppeling vragen. Een van de kunstenaars zei dat hij de pijlen zag zweven en ik maakte een woordspeling en zo kwam ik op het idee: Pijlen aan takken (witgeschilderde pijlen, zoals de tekst op het plexiglas). Ik boorde er aan de bovenkant twee gaten in zodat er henneptouw doorheen zou passen. Zelfs de boom die geen pijl nodig had - omdat iedereen hem meteen kan zien - kreeg toch een pijl. Ver doorgevoerd, maar ik vond het mooi. Tot slot ontdekte ik tijdens een wandeling met een vriendin een 'takkenvriend' die ik meeverhuisde als wegwijzer. Aan deze tak hing ik twee pijlen. Op de ene pijl vreesde ik met een boor 'Kathedraal' en op de andere 'Stiltecentrum'. Het pad was af.
Nou ja... bijna. Ik zag dat de bezoekers aan het begin van het Poëziepad niets van het pad konden zien. Alleen een pad. Een prachtig pad van zichzelf, daar niet van. Rust. Stilte. Bezinning. Maar dat wisten de mensen aan het begin van het pad niet. Bij andere kunstwerken kon hun blik van het bordje naar het kunstwerk glijden. Hier zou hij onbeloond in het groen wegzakken. Ik creëerde een doek, als welkom en uitnodiging: Kom je kijken?